Binnen de microbiologische/virologische laboratoria wordt momenteel veel aandacht besteed aan onderzoek om het SARS-CoV-2 zelf en de immuniteit (antistoffen) tegen dit virus aan te tonen. Daarnaast zijn en worden binnen de immunologische laboratoria onderzoeken opgestart om de (immunologische) pathogenese van COVID-19 in kaart te brengen. Hierbij wordt met name gezocht naar biomarkers die inzicht geven in de ernst en het beloop van de ziekte, en die eventueel behulpzaam zijn bij triage. Relevant in deze is bijvoorbeeld het in kaart brengen van humorale responsen (complement, cytokines/chemokines) en de analyse van cellulaire responsen (subsetanalyse lymfocyten T/B/NK, expressie van activatiemarkers, antigen specifieke testen). Teneinde in Nederland aan betreffend onderzoek goed samen te kunnen werken en de resultaten verkregen binnen verschillende centra goed met elkaar te kunnen vergelijken, hebben wij namens de beroepsgroep een beknopt helder advies opgesteld. Hierin wordt ingaan op welke materialen het best geschikt zijn voor betreffende bepalingen, wanneer die verkregen zouden moeten worden en hoe die het beste opgeslagen zouden moeten worden. Dit alles afhankelijk van het beoogde doel.
Materialen voor immunologisch onderzoek naar COVID-19 ziekte
Bij de totstandkoming van dit document zijn laboratoriumspecialisten medische immunologie geconsulteerd werkzaam in het Amsterdam UMC, Erasmus MC, UMC Groningen, UMC Maastricht, UMC Utrecht, Radboud UMC. De adviezen zijn gebaseerd op expert-opinion.
Bij vragen of opmerkingen kan contact opgenomen worden met het CMI secretariaat via mail@medischeimmunologie.nl
Het bestuur van het CMI
Dörte Hamann, voorzitter
Ton Langerak, secretaris
Ellen van Lochem, penningmeester
Henny Otten